Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij geveinsden, wat verzoekt gij Mij? Toont Mij de [24]schattingpenning. En zij brachten Hem een penning. 24. Dit was een stuk geld van de Romeinen, genaamd denarius, gelijk in het laatste van dit vers uitgedrukt wordt waarop het beeld van de Romeinse keizer en de naam gemunt was; welke, en geen andere munt, men tot schatting geven moest, opdat daardoor zou blijken dat zij onder de heerschappij van het Romeinse rijk stonden, gelijk zij ook plachten de schatting des tempels te betalen met een halven sikkel des heiligdoms, op welken aan de ene zijde stond: de sikkel Israels, en op de andere zijde: het heilige Jeruzalem. Van den denarius, zie hfdst.18 vs.28.